Van 18 maart tot 3 april werd in Katakokombe een vijfde oftalmologische missie georganiseerd. De equipe bestond uit dr. H. Burvenich, oftalmoloog, dr. D. Boedts,,KNO-arts en mr. J. Vreys, verantwoordelijke voor de technische kant van de zaak.
De apparatuur die bij vorige missies werd geïnstalleerd, werd gelukkig in goede staat “teruggevonden” en aangevuld met nieuw meegebracht materiaal, instrumentarium, lenzen en disposables. Onze oftalmoloog opereerde er, spijts technische problemen, een vijftigtal cataracten en deed er 270 consultaties, uiteindelijk evenveel als bij de vorige missie met twee oftalmologen…
Hij heeft zich letterlijk uit de naad gewerkt. De patiënten, velen soms dagen onderweg, bleven maar toestromen… Het was dus drummen zowel in de operatiezaal , maar vooral in de consultatieruimte…Gelukkig werd hij bijgestaan door enkele toegewijde lokale assistenten, die zorgden voor een min of meer goede organisatie en verloop.
Alle ingrepen werden gevolgd (via een meekijker geïnstalleerd op de operatiemicroscoop) door een lokale dokter-zuster, Sr.Béatrice, die een tweejarige opleiding in cataract-chirurgie had genoten in Kinshasa. Zij kon op die manier heel wat ervaring opdoen. Het is de bedoeling dat zij later zorgt voor de continuïteit van het oftalmo-project. Binnen twee maand organiseert dr. Hardi, een Hongaarse broeder oftalmoloog uit Kananga, die vroeger al in Katakokombe werkte , er een nieuwe oftalmologische missie, waarbij opnieuw sr. Béatrice zal worden ingeschakeld en verder opgeleid.
Terwijl H. Burvenich druk in de weer was, zorgden beide anderen, deels voor de organisatie, deels voor het herstel van allerlei technische problemen, voor het inrichten van een andere oftalmo-consultatie (in Lodja), voor een 50 tal KNO consultaties etc. Aan werk ontbrak het niet…
Spijt problemen allerhande, inherent aan dergelijke missies in een kansarm gebied als dat van de Sankuru, kunnen we met een goed gevoel terugblikken op het geleverde werk. Met de uitbouw van de oftalmologische unit in Katakokombe, niet te vergeten in een “hôpital rural”, is thans het maximale haalbare bereikt. Het is de bedoeling om er twee missies per jaar te organiseren. Maar onze zorg blijft de opleiding. Om die opleiding van de dokter-zuster tot een volwaardige oogchirurge te activeren, zou idealiter in de toekomst de equipes uit twee oftalmologen moeten bestaan. Gezien het vele werk en de grote pathologie is het niet doenbaar voor één enkele chirurg , in een dergelijk milieu, om én consultaties te doen, én te opereren, én aan intense opleiding te doen.